ECLI:NL:CRVB:2022:21
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken beroepsgronden
Op 4 januari 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/2809 PW. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door appellante is ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 10 juni 2021. In deze procedure was appellante in gebreke gebleven om de gronden van het beroep in te dienen, zoals vereist volgens artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ondanks herhaalde verzoeken om dit verzuim te herstellen, heeft appellante geen actie ondernomen. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het hoger beroep daardoor kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.R. Schut, met P.A.M. Hulsdouw als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.