ECLI:NL:CRVB:2022:198
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verzuim in het indienen van gronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellant had de gelegenheid gekregen om zijn hoger beroepsgronden in te dienen, maar heeft deze termijn van vier weken ongebruikt laten verstrijken. Ondanks herhaalde verzoeken om de gronden in te dienen, heeft appellant geen actie ondernomen. De Raad heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn aangevoerd die het verzuim kunnen verontschuldigen. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. De uitspraak is gedaan door H. Benek, met E. Blijleven-de Vries als griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van de uitspraak verzet aantekenen.