ECLI:NL:CRVB:2022:1931
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch. Het hoger beroep was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 16 maart 2022. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 136,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft dit nagelaten. De Raad heeft geconcludeerd dat op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending van het afschrift.