ECLI:NL:CRVB:2022:1738
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in hoger beroep inzake bijzondere bijstand en persoonsgebonden budget
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam inzake haar aanvraag voor bijzondere bijstand in verband met de kosten van beheer van haar persoonsgebonden budget (pgb). De Centrale Raad van Beroep heeft op 26 juli 2022 uitspraak gedaan. Appellante had het hoger beroep ingetrokken na een gewijzigde beslissing van het college op 31 mei 2022, maar verzocht tegelijkertijd om vergoeding van de proceskosten. De Raad overweegt dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten als het bestuursorgaan tegemoetkomt aan de indiener van het beroepschrift. Echter, in dit geval was er geen sprake van onrechtmatigheid aan de zijde van het college, waardoor het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De Raad stelt vast dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij was aangewezen op zorg in de vorm van een pgb, wat de reden was voor de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand. De Raad concludeert dat appellante de kosten in bezwaar, beroep en hoger beroep had kunnen vermijden indien zij eerder de benodigde informatie van haar behandelend psychiater had overgelegd. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de aanvrager om voldoende bewijs te leveren voor hun claims.