ECLI:NL:CRVB:2022:167

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 januari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
21/3113 ONBEK
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van beslissing

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 21/3113 ONBEK. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de appellant bij het ingediende beroepschrift geen beslissing heeft overgelegd waartegen het beroep is ingesteld. Volgens artikel 6:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient bij het beroepschrift zo mogelijk een afschrift van het besluit te worden overgelegd. Deze bepaling is ook van toepassing op hoger beroep, zoals vermeld in artikel 6:24 van de Awb.

De appellant is meerdere keren in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen. Op 26 juli 2021 is de appellant per brief geïnformeerd dat hij binnen vier weken de ontbrekende beslissing moest indienen. De appellant heeft hierop gereageerd, maar zonder de benodigde beslissing mee te zenden. Vervolgens is de appellant op 25 augustus 2021 opnieuw in de gelegenheid gesteld om de beslissing toe te zenden, maar deze termijn is ongebruikt verstreken. Op 14 oktober 2021 is de appellant wederom aangemaand om de beslissing in te dienen, met de waarschuwing dat overschrijding van de termijn zou leiden tot niet-inhoudelijke behandeling van de zaak. Ook deze termijn is niet benut.

De Raad heeft vastgesteld dat er geen redenen zijn aangevoerd die het verzuim van de appellant kunnen verontschuldigen. Gezien het ontbreken van de beslissing is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Datum uitspraak: 25 januari 2022
21/3113 ONBEK
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

In artikel 6:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is bepaald dat bij het beroepschrift zo mogelijk een afschrift van het besluit waarop het geschil betrekking heeft wordt overgelegd. Ingevolge artikel 6:24 van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Bij het ingediende beroepschrift is geen beslissing overgelegd.
Bij brief van 26 juli 2021 is appellant in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen vier weken te herstellen.
Appellant heeft bij brief van 10 augustus 2021 daarop gereageerd maar geen beslissing meegezonden.
Bij brief van 25 augustus 2021 is appellant nogmaals in de gelegenheid gesteld om binnen twee weken de beslissing toe te zenden waartegen beroep is ingesteld.
Appellant heeft deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij aangetekende brief van 14 oktober 2021 is appellant nogmaals in de gelegenheid gesteld de beslissing in te dienen. Daarbij is een termijn van vier weken gesteld en is appellant erop gewezen dat overschrijding van die termijn tot gevolg zal hebben dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld.
Appellant heeft ook deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
De Raad heeft niet kunnen vaststellen om welke beslissing het gaat. Niet is gebleken van redenen die een verontschuldiging vormen voor het verzuim van appellant. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 januari 2022.
(getekend) E.C.R. Schut
(getekend) K.R. van Renswoude
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.