ECLI:NL:CRVB:2022:159
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder. Appellant had hoger beroep ingesteld, maar had het verschuldigde griffierecht niet tijdig betaald. De Raad had appellant herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te voldoen en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks meerdere herinneringen en de mogelijkheid om betalingsonmacht aan te tonen, heeft appellant niet voldaan aan de betalingsverplichtingen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet in verzuim is geweest, maar dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht, die bepalen dat indien het griffierecht niet tijdig is betaald, het beroep niet inhoudelijk behandeld kan worden. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.