ECLI:NL:CRVB:2022:145
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoeken om financiële tegemoetkoming met terugwerkende kracht door de Staatssecretaris van Defensie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 april 2021. De appellanten, beiden werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, hebben hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun verzoeken om herwaardering van hun functie en om een financiële tegemoetkoming met terugwerkende kracht. De staatssecretaris van Defensie had eerder de verzoeken om herwaardering afgewezen, en de appellanten hebben hiertegen geen beroep ingesteld, waardoor deze besluiten in rechte vaststaan.
De Raad oordeelt dat de appellanten niet door middel van een beroep op artikel 26 van het Inkomstenbesluit Militairen (IBM) de inhoud van de eerdere besluiten kunnen aanvechten. De hardheidsclausule in artikel 26 van het IBM kan slechts restrictief worden toegepast en vereist dat er sprake is van een bijzonder geval. De appellanten hebben niet aangetoond dat zij feitelijk gefunctioneerd hebben op een hoger niveau dan hun huidige functie, en hun argumenten zijn niet voldoende onderbouwd.
De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst de verzoeken van de appellanten af. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van M. Stumpel als griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 januari 2022.