ECLI:NL:CRVB:2022:1429
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 7 juni 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/3570 PW. Verzoekster had een verzoek om herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 27 juli 2021. In deze procedure werd vastgesteld dat verzoekster niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 131,- had betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het betalen van griffierecht een voorwaarde voor de ontvankelijkheid van een verzoek. Verzoekster was herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te voldoen, maar heeft dit niet gedaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk was, omdat verzoekster in verzuim was. De uitspraak werd gedaan door E.C.R. Schut, met K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.