ECLI:NL:CRVB:2022:1389

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
29 juni 2022
Zaaknummer
21/4390 TOZO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van beroepsgronden

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juni 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 21/4390 TOZO. Het hoger beroep is ingesteld door de appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk. De appellant heeft echter verzuimd om de gronden van het beroep in te dienen, ondanks dat hij meerdere keren de gelegenheid heeft gekregen om dit te doen. De eerste gelegenheid werd geboden bij brief van 21 december 2021, waarbij de appellant vier weken kreeg om het verzuim te herstellen. Deze termijn is ongebruikt verstreken. Vervolgens is de appellant bij aangetekende brief van 21 januari 2021 opnieuw in de gelegenheid gesteld om de beroepsgronden in te dienen, met een duidelijke waarschuwing dat het niet indienen van deze gronden zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van de zaak.

De appellant heeft ook deze tweede termijn ongebruikt laten verstrijken, zonder dat er redenen zijn aangevoerd die het verzuim zouden kunnen verontschuldigen. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte en heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 7 juni 2022
21/4390 TOZO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
1 november 2021, 20/5235 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

In artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder d, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), is bepaald dat het beroepschrift de gronden van het beroep dient te bevatten. Ingevolge artikel 6:24 van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Het ingediende beroepschrift bevat geen gronden.
Bij brief van 21 december 2021 is appellant in de gelegenheid gesteld dit verzuim binnen vier weken te herstellen.
Appellant heeft deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Bij aangetekende brief van 21 januari 2021 is aan appellant nogmaals de gelegenheid geboden de beroepsgronden in te dienen. Daarbij is een termijn van vier weken gesteld en is appellant erop gewezen dat, als hij de gronden van het (hoger) beroep niet inzendt binnen de gestelde termijn, hij er rekening mee moet houden, dat zijn zaak niet inhoudelijk zal worden behandeld.
Appellant heeft ook deze termijn ongebruikt voorbij laten gaan.
Niet is gebleken van redenen die een verontschuldiging vormen voor dit verzuim. Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 7 juni 2022.
(getekend) E.C.R. Schut
(getekend) K.R. van Renswoude
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.