Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Turkije, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, met zaaknummer 21/4096 ANW. De rechtbank had eerder op 23 september 2021 een uitspraak gedaan, waartegen appellante in hoger beroep ging. De Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dient een beroepschrift binnen zes weken na bekendmaking van de uitspraak te worden ingediend. De termijn voor het indienen van het beroepschrift begon op 24 september 2021, en de laatste dag waarop het beroepschrift tijdig kon worden ingediend was 4 november 2021. Het beroepschrift is echter pas op 22 november 2021 ontvangen, terwijl het poststempel op de enveloppe aangeeft dat het op 9 november 2021 ter post is bezorgd. Hierdoor is het beroepschrift niet tijdig ingediend, en de Raad heeft geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest, maar dat het hoger beroep desondanks niet-ontvankelijk is. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.