ECLI:NL:CRVB:2022:1191

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
22/108 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2022 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De uitspraak van de rechtbank, waartegen hoger beroep is ingesteld, werd op 20 oktober 2021 aan partijen toegezonden. Appellant diende zijn beroepschrift, gedateerd op 13 november 2021, pas op 12 januari 2022 in. Uit het poststempel bleek dat het beroepschrift op 31 december 2021 ter post was bezorgd, terwijl de laatste dag om tijdig hoger beroep in te stellen 1 december 2021 was. Hierdoor werd geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend.

De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van de uitspraak. Aangezien appellant niet heeft gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding, werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad besloot zonder verder onderzoek en zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften en de gevolgen van termijnoverschrijding in het bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 19 mei 2022
22/108 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 oktober 2021, 20/4784 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

PROCESVERLOOP

Appellant heeft hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

Ingevolge artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van die wet geldt het volgende.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in met ingang van de dag na die waarop de aangevallen uitspraak door middel van de toezending van een afschrift aan partijen is bekendgemaakt.
Een beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
De uitspraak waartegen hoger beroep is ingesteld is op 20 oktober 2021 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het beroepschrift, gedateerd op 13 november 2021, is op 12 januari 2022 ontvangen. Het is, gezien de poststempel op de enveloppe, op 31 december 2021 ter post bezorgd. De laatste dag om tijdig hoger beroep in te stellen was 1 december 2021.
Op grond hiervan moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
Ten aanzien van een na afloop van de beroepstermijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Bij brief van 26 januari 2022 is aan appellant gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding.
Appellant heeft daarop niet gereageerd.
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van
K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2022.
(getekend) M.A.H. van Dalen-van Bekkum
(getekend) K.R. van Renswoude
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.

DECISION

Le Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale)
statue:
Déclare l’opposition non fondée.
Par conséquent, décidee pas M.A.H. van Dalen-van Bekkum en présence de K.R. van Renswoude en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 19 mai 2022.
Les intéressés et les organes d’administration auront le droit à presenter une opposition écrite contre la présente decision, dans les six semaines suivantes à la notification de la copie, à la Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale), Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT.