ECLI:NL:CRVB:2022:1191
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 mei 2022 uitspraak gedaan over de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De uitspraak van de rechtbank, waartegen hoger beroep is ingesteld, werd op 20 oktober 2021 aan partijen toegezonden. Appellant diende zijn beroepschrift, gedateerd op 13 november 2021, pas op 12 januari 2022 in. Uit het poststempel bleek dat het beroepschrift op 31 december 2021 ter post was bezorgd, terwijl de laatste dag om tijdig hoger beroep in te stellen 1 december 2021 was. Hierdoor werd geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend.
De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt, en dat deze termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van de uitspraak. Aangezien appellant niet heeft gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding, werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad besloot zonder verder onderzoek en zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van beroepschriften en de gevolgen van termijnoverschrijding in het bestuursrecht. De beslissing is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.