ECLI:NL:CRVB:2022:1081
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 april 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 14 juli 2021. Appellant, vertegenwoordigd door mr. S. Karkache, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak waarbij een beslissing is genomen over een geschil met het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 134,- niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft nagelaten dit tijdig te voldoen. De Raad oordeelt dat op basis van de beschikbare gegevens niet kan worden vastgesteld dat appellant niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak.