ECLI:NL:CRVB:2022:1078
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de Centrale Raad van Beroep in geschil met Essent N.V. over bestuursrechtelijke aangelegenheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellante had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank, die zich onbevoegd had verklaard in een geschil met Essent N.V. over de levering van gas en elektra. De rechtbank oordeelde dat de civiele rechter bevoegd was, omdat Essent N.V. niet als bestuursorgaan kan worden aangemerkt volgens artikel 1:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze beslissing en stelde dat Essent N.V. niet voldoet aan de voorwaarden om als bestuursorgaan te worden aangemerkt, aangezien het bedrijf niet is ingesteld op grond van publiekrecht en niet met openbaar gezag is bekleed. Hierdoor kunnen besluiten van Essent N.V. niet worden aangemerkt als besluiten in de zin van de Awb, waartegen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter. De Raad merkte op dat appellante zich in dit geval kan wenden tot de civiele rechter voor haar geschil met Essent N.V. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier M.E. van Donk en is openbaar uitgesproken.