ECLI:NL:CRVB:2022:1003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het hoger beroep inzake de afwijzing van een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Limburg. De appellant, die lijdt aan een neurologische aandoening en psychische klachten, had verzocht om een maatwerkvoorziening voor individuele begeleiding bij dagbesteding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). Het college van burgemeester en wethouders van Venlo had dit verzoek afgewezen, onder verwijzing naar een medisch advies van Treve Advies. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, wat de appellant in hoger beroep aanvecht.
De Raad heeft het oordeel van de rechtbank onderschreven en voegt hieraan toe dat de appellant in hoger beroep geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die de eerdere afwijzing zouden kunnen onderbouwen. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet in staat was om de gevraagde machtiging te ondertekenen, wat de medisch adviseur van Treve Advies heeft belemmerd om aanvullende informatie te verkrijgen. De Raad concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de juistheid van het medisch advies en dat de afwijzing van de aanvraag op goede gronden is gedaan.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om schadevergoeding af. Er zijn geen gronden voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien de Raad geen aanleiding ziet om af te wijken van de gebruikelijke proceskostenveroordeling.