ECLI:NL:CRVB:2021:913

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 april 2021
Publicatiedatum
22 april 2021
Zaaknummer
19/3900 MAW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Ambtenarenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep wegens tegemoetkoming door de Kroon

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 april 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 19/3900 MAW. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.J.G. Dudink, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Tijdens de procedure heeft de Kroon, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris van Defensie, volledig tegemoetgekomen aan de bezwaren van de appellant, wat heeft geleid tot een Koninklijk Besluit waarbij de appellant eervol is ontslagen. Hierdoor heeft de appellant het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling tegen de Kroon.

De Raad heeft vastgesteld dat, op basis van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, de Kroon kan worden veroordeeld in de proceskosten, aangezien het bestuursorgaan volledig aan de bezwaren van de appellant is tegemoetgekomen. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 534,- voor bezwaar, € 1.068,- voor beroep en € 534,- voor hoger beroep, wat in totaal neerkomt op € 2.261,-. Daarnaast is er een vergoeding van € 125,- voor medische kosten van een psycholoog toegewezen. De Raad heeft de Kroon veroordeeld tot betaling van deze kosten aan de appellant.

De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door C.H. Bangma, met K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing benadrukt de mogelijkheid voor appellanten om proceskosten te verhalen op bestuursorganen wanneer deze aan hun bezwaren tegemoetkomen, zoals vastgelegd in de Awb.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 april 2021
19/3900 MAW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van
1 augustus 2019, 17/7705, 18/86 en 18/88 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Kroon, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris van Defensie (Kroon)

PROCESVERLOOP

Namens appellant heeft mr. H.J.G. Dudink, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 23 oktober 2020 heeft mr. Dudink de Raad meegedeeld dat de Kroon volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellant en dat appellant per Koninklijk Besluit (KB) eervol is ontslagen. Mr. Dudink heeft dan ook namens appellant het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht de Kroon te veroordelen in de proceskosten.
De Kroon heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

OVERWEGINGEN

Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Namens appellant is het hoger beroep ingetrokken omdat de Kroon volledig aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. De Kroon heeft appellant per KB eervol ontslagen.
De Raad ziet aanleiding de Kroon te veroordelen in de kosten die appellant in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 534,- in bezwaar, € 1.068,- in beroep en € 534,- in hoger beroep voor verleende rechtsbijstand.
De Raad is van oordeel dat de gevraagde medische kosten voor het rapport van M.A.H. Tielen, psycholoog, tot een bedrag van € 125,- voor vergoeding in aanmerking komt.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellant zich rechtstreeks tot de Kroon wenden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep veroordeelt de Kroon in de kosten van appellant tot een bedrag van € 2.261,-.
Deze uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 april 2021.
(getekend) C.H. Bangma
(getekend) K.R. van Renswoude