ECLI:NL:CRVB:2021:756
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ongegrondverklaring van het beroep inzake beoordeling functioneren ambtenaar
Op 25 maart 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep van het dagelijks bestuur van Omgevingsdienst IJmond tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 25 september 2019. De rechtbank had het beroep van betrokkene ongegrond verklaard, waarbij het bestuursorgaan geen hoger beroep openstond. Het dagelijks bestuur had bezwaar gemaakt tegen de beoordeling van het functioneren van betrokkene over de periode van 1 april 2017 tot 17 oktober 2017, zoals vastgesteld in het bestreden besluit van 12 juni 2018 en gehandhaafd bij besluit van 20 december 2018.
De Raad overweegt dat het bestuursorgaan geen processueel belang heeft bij vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, aangezien deze uitspraak enkel de ongegrondverklaring van het beroep betreft en het besluit van het bestuursorgaan volledig in stand is gelaten. De Raad concludeert dat er geen bijzonder geval is dat aanleiding geeft om van deze regel af te wijken. Het dagelijks bestuur heeft geen recht op hoger beroep, omdat de rechtbank enkel heeft geoordeeld over de juridische houdbaarheid van de beoordeling van het functioneren van betrokkene, en niet over het ontslag van betrokkene.
De Raad verklaart het hoger beroep van het dagelijks bestuur niet-ontvankelijk en veroordeelt het dagelijks bestuur in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 534,-. Tevens wordt er een griffierecht van € 519,- geheven. Betrokkene heeft inmiddels schriftelijk laten weten dat hem ontslag is verleend, waar hij mee heeft ingestemd. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.