ECLI:NL:CRVB:2021:683
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
Op 26 maart 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/3151 AOW. Het hoger beroep was ingesteld door een appellant uit Groot-Brittannië tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De appellant was op 16 oktober 2020 en opnieuw op 16 november 2020 schriftelijk geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht van € 131,- en de termijn waarbinnen dit bedrag betaald diende te worden. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan, waardoor de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De uitspraak is gedaan door rechter H. Benek, in aanwezigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van het afschrift van deze uitspraak verzet aantekenen.