ECLI:NL:CRVB:2021:682
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 maart 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Het hoger beroep was geregistreerd onder nummer 20/2006 AOW. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant had eerder een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar dit werd door de Raad afgewezen. De Raad had appellant herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en de gevolgen van het niet tijdig betalen. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellant het griffierecht niet binnen de gestelde termijn voldaan. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat op basis van de beschikbare gegevens niet kon worden vastgesteld dat appellant niet in verzuim was geweest. Hierdoor werd het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek. De uitspraak werd gedaan door H. Benek, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.