ECLI:NL:CRVB:2021:522
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak inzake betalingsonmacht en griffierecht
In deze zaak heeft verzoekster een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De zaak betreft de niet-betaling van het griffierecht binnen de gestelde termijn. Verzoekster werd op 20 augustus 2020 geïnformeerd over de verschuldigde griffierechten van € 131,- en kreeg de opdracht om dit bedrag binnen 28 dagen te betalen. Verzoekster heeft een beroep gedaan op betalingsonmacht, maar de Raad heeft haar gewezen op de criteria die gelden voor het aannemen van betalingsonmacht. Ondanks meerdere verzoeken om aanvullende informatie en bewijsstukken, heeft verzoekster niet voldaan aan de eisen die gesteld werden voor het beroep op betalingsonmacht. Uiteindelijk heeft de Raad geconcludeerd dat het griffierecht niet tijdig was betaald en dat verzoekster niet in verzuim was. Hierdoor werd het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door E.C.R. Schut, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 maart 2021.