ECLI:NL:CRVB:2021:431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verzuim in het indienen van beroepsgronden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 maart 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellante had de gelegenheid gekregen om haar beroepsgronden in te dienen, maar heeft deze termijn ongebruikt laten verstrijken. De gemachtigde van appellante werd bij brief van 2 november 2020 en opnieuw bij aangetekende brief van 3 december 2020 gewezen op het verzuim en de gevolgen daarvan. Ondanks deze waarschuwingen heeft de gemachtigde geen gronden ingediend, wat leidde tot de conclusie dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Centrale Raad van Beroep heeft zonder verder onderzoek beslist dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter E.C.R. Schut, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.