ECLI:NL:CRVB:2021:3352
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A.H. van Dalen-van Bekkum
- D. van der Boom
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht en indienen beroepschrift
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 17 juni 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft op 24 december 2021 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat appellante het verschuldigde griffierecht van € 134,- niet tijdig heeft betaald en het beroepschrift niet binnen de gestelde termijn heeft ingediend. Appellante werd bij brief van 27 augustus 2021 geïnformeerd over de verschuldigdheid van het griffierecht en kreeg de gelegenheid om dit binnen 28 dagen te betalen. Ondanks een herinnering op 27 september 2021, is het griffierecht niet tijdig voldaan. Daarnaast is het beroepschrift, dat op 26 augustus 2021 is ontvangen, te laat ter post bezorgd, waardoor het ook niet tijdig is ingediend. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest, aangezien zij niet heeft gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding. Gezien deze omstandigheden heeft de Centrale Raad van Beroep besloten het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren, zonder verder onderzoek te doen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.