ECLI:NL:CRVB:2021:3191
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanpassing van auto voor gewezen militair met invaliditeitspensioen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een gewezen militair, appellant, die een verzoek had ingediend voor aanpassing van zijn auto. Appellant, die een militair invaliditeitspensioen ontvangt, stelde dat de aangeboden aangepaste stoel niet voldeed aan zijn medische behoeften, omdat deze de ruimte in de auto zou verminderen en de zij-airbags zou uitschakelen, wat zijn gevoel van veiligheid zou aantasten. De Raad heeft echter geoordeeld dat de arbeidsdeskundige voldoende onderzoek heeft gedaan naar de geschiktheid van de autostoel voor de Mazda CX-3 en de gevolgen voor de zitruimte. De Raad concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de conclusies van de arbeidsdeskundige en dat het verzoek om een deskundige te benoemen werd afgewezen. De Raad bevestigde dat het besluit van de staatssecretaris om geen vervangende auto toe te kennen niet onjuist was, aangezien appellant al een financiële tegemoetkoming had ontvangen voor de aanschaf van een nieuwe auto. De Raad oordeelde dat appellant niet had aangetoond dat het niet toekennen van de voorziening zou leiden tot ernstige bestaansverschraling of psychische decompensatie. Het hoger beroep werd afgewezen en de aangevallen uitspraak van de rechtbank Den Haag werd bevestigd.