ECLI:NL:CRVB:2021:3066
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling na intrekking hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. J.L.A.M. van Os, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, dat op 21 november 2019 was genomen. Op 30 december 2020 heeft het college dit besluit ingetrokken. Vervolgens heeft appellant op 30 maart 2021 het beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling. Het college heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak geoordeeld dat, omdat het college volledig aan de bezwaren van appellant tegemoet is gekomen, het college op verzoek van appellant in de kosten moet worden veroordeeld. De kosten zijn begroot op € 534,- voor bezwaar en € 748,- voor beroep, wat leidt tot een totaalbedrag van € 1.282,- dat het college aan appellant moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan op 7 december 2021.