ECLI:NL:CRVB:2021:2969
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 november 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De reden hiervoor is dat het volledige griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. Appellant had een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar dit werd door de Raad afgewezen. De Raad heeft appellant herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht tijdig te betalen en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Ondanks meerdere herinneringen en de mogelijkheid om betalingsonmacht aan te tonen, heeft appellant niet aan de criteria voldaan. De Raad ontving op verschillende momenten slechts gedeeltelijke betalingen, maar het volledige griffierecht van € 131,- is niet tijdig voldaan. Hierdoor kon de Raad niet anders dan het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 november 2021.