Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat het betaalde griffierecht van 134,- aan appellant wordt terugbetaald.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 november 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam. Het hoger beroep was ingesteld door mr. F.S. Jansen, advocaat van appellant, na een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam op 16 april 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 134,- niet binnen de gestelde termijn was betaald. Appellant was herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar heeft dit pas op 15 augustus 2021 voldaan, wat na de deadline was. Hierdoor kon de Raad niet anders concluderen dan dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad heeft besloten dat het te laat betaalde griffierecht aan appellant zal worden terugbetaald, maar er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.