ECLI:NL:CRVB:2021:2595

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
20/1465 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag om AIO-aanvulling wegens gebrek aan bewijs van eigendom en waarde onroerend goed

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam van 4 maart 2020. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om een Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-uitkering) door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De appellante had een woning in Suriname, die zij als vermogen moest opgeven, maar heeft geen recente taxatie van de woning overgelegd. De Svb heeft de aanvraag afgewezen omdat het recht op AIO niet kon worden vastgesteld zonder deze informatie. De rechtbank heeft de beslissing van de Svb bevestigd, waarbij werd overwogen dat appellante recht had op de helft van de waarde van de woning, maar dat zij niet kon aantonen wat die waarde was in de relevante periode. De Centrale Raad van Beroep heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd, waarbij werd benadrukt dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aan te tonen die de aanvraag rechtvaardigen. Aangezien appellante geen recente taxatie heeft overgelegd, is zij hierin niet geslaagd. De beslissing van de Svb om de aanvraag af te wijzen is derhalve terecht.

Uitspraak

20.1465 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 maart 2020, 19/4628 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 19 oktober 2021
Zitting heeft: M. Hillen, lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: B. Beerens
Ter zitting is appellante, zoals tevoren bericht, niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. P. van der Voorn.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak. Dit betekent dat de Svb terecht de aanvraag van appellante om een Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-uitkering) heeft afgewezen.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
De Svb heeft de AIO-uitkering, die appellante ontving, met ingang van 1 maart 2014 ingetrokken en tevens te kennen gegeven dat een bedrag van € 3.160,16 aan teveel betaalde AIO-uitkering zal worden teruggevorderd. De Svb heeft aan dit besluit ten grondslag gelegd dat appellante te veel vermogen had in de vorm van een woning in Suriname uit de nalatenschap van haar overleden echtgenoot. De waarde van de woning is op 14 maart 2016 getaxeerd op € 22.280,-.
Op 2 november 2018 heeft de dochter van appellante gemeld dat appellante graag weer een AIO-uitkering wil ontvangen en dat de woning in Suriname nu veel minder waard is. Op 22 december 2018 heeft appellante in het aanvraagformulier vermeld dat zij in het Global Land Information System (GLIS) niet voorkomt als eigenaar van de woning.
Bij besluit van 25 maart 2019, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 23 juli 2019 (bestreden besluit) heeft de Svb de aanvraag van appellante afgewezen. Aan het bestreden besluit heeft de Svb ten grondslag gelegd dat appellante, ondanks herhaald verzoek daartoe, geen recent taxatierapport heeft overgelegd als gevolg waarvan het recht op een AIO-uitkering niet kan worden vastgesteld.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft overwogen dat Suriname één van de drie landen in de wereld is, waar het huwelijk wordt voltrokken in gemeenschap van goederen en dat dit betekent dat in Suriname recht bestaat op de helft van de waarde van de woning. Daarnaast bestaat ook een recht als langstlevende echtgenoot op een kindsdeel. Het artikel in het Burgerlijk Wetboek waarnaar appellante heeft verwezen regelt dit recht op een kindsdeel als langstlevende echtgenoot. De rechtbank heeft aangesloten bij de bevindingen in de rapportage van 3 november 2015 van het bureau sociale zaken van de ambassade in Paramaribo, waarbij ervan is uitgegaan dat appellante in gemeenschap van goederen was gehuwd. De beroepsgrond dat zij niet in het GLIS voorkomt als eigenaar van de woning en dat haar echtgenoot de woning heeft geschonken aan zijn kinderen, maakt het voorgaande niet anders, omdat uit de stukken in het dossier niet blijkt dat dit notarieel is vastgelegd. Dat betekent dat de Svb dient uit te gaan van de regel dat appellante recht heeft op de helft van de waarde van de woning plus een kindsdeel.
Volgens appellante zijn de overwegingen van de rechtbank niet juist en heeft zij slechts recht op € 2.475,- omdat zij de waarde van de woning moet delen met acht kinderen. Zij heeft dit echter niet verder onderbouwd. Van betekenis is in deze zaak juist dat het bestreden besluit niet berust op de grond dat de vermogensgrens wordt overschreden, maar op de grond dat het recht op de AIO-uitkering niet is vast te stellen omdat niet duidelijk is wat de waarde van de woning is in de periode in geding, die loopt van 22 december 2018, de datum van de aanvraag, tot en met 25 maart 2019, de datum van het afwijzingsbesluit. Voor die periode kan niet meer worden uitgegaan van de taxatiewaarde zoals die op 14 maart 2016 is vastgesteld. Bij een aanvraag ligt het op de weg van de aanvrager om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken die inwilliging van die aanvraag noodzakelijk maken. Door geen recente taxatie aan te leveren is appellante daarin niet geslaagd. De Svb heeft daarom terecht de aanvraag van appellante afgewezen op de grond dat het recht op bijstand niet kan worden vastgesteld.
Dit betekent dat het hoger beroep niet slaagt.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) B. Beerens (getekend) M. Hillen