ECLI:NL:CRVB:2021:2437
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning proceskostenvergoeding op grond van artikel 8:75a Awb in hoger beroep tegen beslissing college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. F.R.G. Keijzer, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De oorspronkelijke beslissing op bezwaar werd op 8 december 2020 herzien, waarna appellante op 21 april 2021 het hoger beroep introk en verzocht om een proceskostenvergoeding. Het college heeft geen verweerschrift ingediend en het onderzoek ter zitting is achterwege gelaten op basis van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad voor de Rechtspraak heeft vervolgens de proceskosten beoordeeld en vastgesteld dat het college appellante tegemoet is gekomen in haar bezwaren. De Raad heeft geoordeeld dat het college in de kosten van appellante moet worden veroordeeld, die zijn begroot op € 1.496,- voor de behandeling in beroep en € 748,- voor het hoger beroep, wat resulteert in een totaalbedrag van € 2.244,-. De uitspraak is gedaan op 5 oktober 2021 door E.C.R. Schut, in aanwezigheid van griffier K.R. van Renswoude.