ECLI:NL:CRVB:2021:2435
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellant, vertegenwoordigd door J.T. Heijnen-Mathijssen, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 september 2021 geoordeeld dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De gemachtigde van appellant is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht van € 134,- tijdig te voldoen. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet op tijd bijgeschreven op de aangegeven bankrekening. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant in verzuim is geweest, maar de niet-betaling van het griffierecht leidt tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door H. Benek, met K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet aan te tekenen.