ECLI:NL:CRVB:2021:2369
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 september 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen het college van burgemeester en wethouders van Peel en Maas. Het beroepschrift van appellant is op 6 mei 2021 ontvangen, maar was op basis van de poststempel op de enveloppe op 4 mei 2021 ter post bezorgd. De Raad oordeelt dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van een beroepschrift zes weken bedraagt en deze termijn op 22 maart 2021 is ingegaan. Appellant heeft in zijn verweer aangevoerd dat hij het beroepschrift op 1 mei 2021 in de brievenbus heeft gedeponeerd, in de veronderstelling dat het op 3 mei 2021 bij de Raad zou zijn ontvangen. De Raad oordeelt echter dat de enkele verklaring van appellant niet voldoende is om aan te tonen dat het beroepschrift eerder ter post is bezorgd dan de datum op de enveloppe. Bovendien is de afhankelijkheid van appellant van een derde voor het indienen van het beroepschrift geen geldige reden voor de termijnoverschrijding. De Raad concludeert dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.