ECLI:NL:CRVB:2021:2331
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de uitspraak inzake nabestaandenuitkering op basis van de ANW na overlijden van echtgenoot zonder verzekering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot, die in Nederland had gewoond en gewerkt. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had deze aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Algemene Nabestaandenwet (ANW). De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
De Raad oordeelde dat, hoewel de echtgenoot van appellante recht had op een ouderdomspensioen, dit niet betekende dat appellante recht had op een nabestaandenuitkering. Cruciaal was dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verplicht of vrijwillig verzekerd was voor de ANW, en ook niet onder de Marokkaanse wetgeving verzekerd was. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.