ECLI:NL:CRVB:2021:2331

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 september 2021
Publicatiedatum
20 september 2021
Zaaknummer
19/4519 ANW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de uitspraak inzake nabestaandenuitkering op basis van de ANW na overlijden van echtgenoot zonder verzekering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellante, woonachtig in Marokko, had een nabestaandenuitkering aangevraagd na het overlijden van haar echtgenoot, die in Nederland had gewoond en gewerkt. De Sociale Verzekeringsbank (Svb) had deze aanvraag afgewezen, omdat de echtgenoot op het moment van zijn overlijden niet verzekerd was voor de Algemene Nabestaandenwet (ANW). De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.

De Raad oordeelde dat, hoewel de echtgenoot van appellante recht had op een ouderdomspensioen, dit niet betekende dat appellante recht had op een nabestaandenuitkering. Cruciaal was dat de echtgenoot ten tijde van zijn overlijden niet verplicht of vrijwillig verzekerd was voor de ANW, en ook niet onder de Marokkaanse wetgeving verzekerd was. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken in cassatie te gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

19.4519 ANW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 27 september 2019, 19/1140 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 2 september 2021
Zitting heeft: mr. M. Wolfrat, als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: R. van Doorn
Partijen zijn niet ter zitting verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende
overwegingen.
1.1.
Appellante, geboren op [geboortedatum appellante] 1961, woont in Marokko. Haar echtgenoot, geboren op [geboortedatum echtgenoot] 1934, heeft in Nederland gewoond en gewerkt, maar is naar Marokko teruggekeerd, waar hij op [sterfdatum echtgenoot] 2016 is overleden. De echtgenoot van appellante genoot vanaf 1999 een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1.2.
Na het overlijden van haar echtgenoot heeft appellante een nabestaandenuitkering aangevraagd op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW). Bij besluit van 1 juni 2018 heeft de Svb afwijzend beslist op deze aanvraag, omdat de echtgenoot van appellante op de dag van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW. Het door appellante tegen deze beslissing gemaakte bezwaar is bij besluit van 31 januari 2019 (bestreden besluit) door de Svb ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep is door partijen herhaald wat al eerder is aangevoerd.
4. De Raad oordeelt als volgt.
4.1.
De rechtbank heeft het beroep van appellante bij de aangevallen uitspraak verworpen op gronden die de Raad onderschrijft. Dat de echtgenoot van appellante vanaf 1999 tot aan zijn overlijden in 2016 recht had op een ouderdomspensioen, betekent niet dat appellante in verband met dit overlijden in aanmerking kan komen voor een nabestaandenuitkering. Bepalend is dat de echtgenoot van appellante ten tijde van zijn overlijden niet verplicht of vrijwillig verzekerd was voor de ANW, terwijl hij toen evenmin ingevolge de Marokkaanse wetgeving verzekerd was.
4.2.
Uit punt 4.1 volgt dat de aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) R. van Doorn (getekend) M. Wolfrat
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d’Appel Centrale),
statue:
confirme la décision attaquée.
Par conséquent, décidée par M. Wolfrat en présence de R. van Doorn en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 2 septembre 2021.
Les parties disposent d’une délai de six semaines à compter de la date d’envoi pour introduire un pourvoi en cassation contre cette décision devant la Cour de Cassation des Pays-Bas: Hoge Raad der Nederlanden (postbus 20303, NL 2500 EH ’s-Gravenhage) au titre de la violation ou de la mauvaise application des dispositions concernant la notion d’assuré.