ECLI:NL:CRVB:2021:2292
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
Op 14 september 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 21/466 PW. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is betaald. De appellante, vertegenwoordigd door mr. I. Car, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 december 2020. In de aanloop naar de uitspraak zijn er verschillende correspondenties geweest tussen de gemachtigde van appellante en de Raad, waarin de verplichting tot betaling van het griffierecht van € 134,- werd benadrukt. Ondanks herhaalde waarschuwingen en een beroep op betalingsonmacht, heeft de gemachtigde van appellante het griffierecht niet tijdig voldaan. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder verder onderzoek. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.