ECLI:NL:CRVB:2021:2211

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 augustus 2021
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
19/3687 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 augustus 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep met zaaknummer 19/3687 PW-PV. Het hoger beroep was ingesteld door de wijlen appellant, die in leven laatstelijk te Amsterdam woonde. De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) was de wederpartij in deze procedure. De zaak kwam aan het licht nadat de appellant in 2020 was overleden. De advocaat van de appellant, mr. N. Turkkol, had het hoger beroep ingesteld, maar na het overlijden van de appellant is er geen enkele erfgenaam of belanghebbende naar voren gekomen die het geding zou willen voortzetten. Dit werd ook bevestigd door de aankondiging in de Staatscourant op 18 juni 2021, waaruit bleek dat er geen belanghebbenden zich hadden gemeld om als partij aan het geding deel te nemen.

De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen, omdat er geen opvolgers van de appellant zijn die het hoger beroep kunnen voortzetten. Hierdoor werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gedaan en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De griffier, R. de Haas, en het lid van de enkelvoudige kamer, O.L.H.W.I. Korte, hebben de beslissing ondertekend.

Uitspraak

19.3687 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 15 juli 2019, 18/7495 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
Wijlen [appellant], in leven laatstelijk gewoond hebbende te Amsterdam (appellant)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Datum uitspraak: 24 augustus 2021
Zitting heeft: O.L.H.W.I. Korte
Griffier: R. de Haas
De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.E. Eind. De wederpartij is niet verschenen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Namens appellant heeft mr. N. Turkkol, advocaat, hoger beroep ingesteld. Daarna is appellant op [datum in] 2020 overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in het onderhavige geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ook na aankondiging in de Staatscourant van 18 juni 2021 hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding deel te mogen nemen. Hieruit volgt dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep is komen te ontvallen. Het hoger beroep van appellant wordt om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) R. de Haas (getekend) O.L.H.W.I. Korte