ECLI:NL:CRVB:2021:2007
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding ziekenhuiskosten en mantelzorgkosten op basis van de Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Den Haag. De appellant, die niet is verschenen, had verzocht om een vergoeding van de eigen bijdrage voor ziekenhuiskosten van een operatie, alsook om een tegemoetkoming in de kosten van mantelzorg die hij heeft verleend aan een gewezen militair. De staatssecretaris van Defensie heeft deze verzoeken afgewezen. De Raad oordeelt dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn die een heroverweging rechtvaardigen. De afwijzing van de vergoeding voor de ziekenhuiskosten is terecht, aangezien de appellant niet voldoet aan de voorwaarden van de Voorzieningenregeling voor militaire oorlogs- en dienstslachtoffers. Eveneens is de afwijzing van de tegemoetkoming in de kosten van mantelzorg terecht, omdat deze vergoeding niet is opgenomen in de Voorzieningenregeling. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep van de appellant niet slaagt. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.