ECLI:NL:CRVB:2021:2005
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland inzake loonbetaling en ontslag van een ambtenaar
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellante, een ambtenaar, heeft in hoger beroep herhaald wat zij in de eerdere procedure heeft aangevoerd, maar is niet ingegaan op de inhoud van de bestreden besluiten. De rechtbank had in haar uitspraak een gemotiveerd oordeel gegeven over de bestreden besluiten, waarbij zij de voorwaarden voor staking van de loonbetaling en de voorwaarden voor ontslag heeft behandeld. De Raad heeft vastgesteld dat de appellante in hoger beroep niet heeft aangegeven waarom de overwegingen en het oordeel van de rechtbank onjuist zouden zijn. Hierdoor heeft de Raad zich beperkt tot het onderschrijven van de overwegingen van de rechtbank.
De zaak betreft een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal, waarbij de loonbetaling aan de appellante met ingang van 26 september 2017 is gestaakt. Dit besluit is later gewijzigd, en de appellante is met ingang van 1 februari 2019 ontslagen wegens volledige arbeidsongeschiktheid en een verstoorde arbeidsverhouding. De rechtbank heeft het beroep tegen de bestreden besluiten ongegrond verklaard en verzoeken om schadevergoeding afgewezen. De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, en het hoger beroep van de appellante is afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.