Uitspraak
19.5120 WMO15
OVERWEGINGEN
.Appellant wordt geacht zonder begeleiding een bezoek aan het ziekenhuis te kunnen brengen.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Appellant, geboren in 1965, heeft een aanvraag ingediend voor individuele begeleiding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Hij heeft lichamelijke en spanningsklachten en heeft aangegeven behoefte te hebben aan begeleiding bij ziekenhuisbezoeken en het behandelen van post. Het college van burgemeester en wethouders van Arnhem heeft de aanvraag echter afgewezen, omdat appellant volgens hen andere mogelijkheden heeft om zijn problemen op te lossen, zoals het inschakelen van een tolk en deelname aan een activerend werktraject.
De rechtbank Gelderland heeft het beroep van appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het college voldoende onderzoek heeft gedaan naar de behoeften van appellant en dat de voorgestelde oplossingen adequaat zijn. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn behoefte niet goed in kaart is gebracht en dat de oplossingen ongeschikt zijn, maar de Raad heeft deze gronden niet overtuigend geacht.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en het hoger beroep van appellant afgewezen. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen nieuwe of andere gronden zijn aangevoerd die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De uitspraak van de rechtbank Gelderland is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.