ECLI:NL:CRVB:2021:1868
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten naamswijziging van zoon
In deze zaak heeft appellante, een moeder van vier kinderen, een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van een naamswijziging van haar jongste zoon. De aanvraag, ter waarde van € 835,-, werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat er geen sprake zou zijn van noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. De rechtbank Amsterdam heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat de naamswijziging noodzakelijk is vanwege problemen die zij en haar zoon ondervinden bij het reizen naar het buitenland, waar de achternaam van haar zoon steeds vragen oproept. De Centrale Raad van Beroep heeft echter geoordeeld dat appellante geen omstandigheden heeft aangevoerd die de naamswijziging noodzakelijk maken. De wenselijkheid van de naamswijziging en de ervaren belemmeringen zijn niet voldoende om de kosten als noodzakelijk te kwalificeren. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af.