Uitspraak
20.2898 AW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 22 april 2021 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
Op 22 juli 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De zaak betreft een geschil tussen een appellant en de Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Coevorden, Hardenberg en omstreken, over de vergoeding van advocaatkosten in verband met de afwikkeling van het dienstverband van de appellant. De appellant, die sinds 1 augustus 2000 in vaste dienst was bij de stichting, had op basis van een vaststellingsovereenkomst (vso) eervol ontslag gekregen per 1 oktober 2018. Na het sluiten van de vso verzocht de appellant de stichting om vergoeding van de kosten van de advocaat die hij had ingeschakeld voor de afwikkeling van zijn dienstverband. De stichting weigerde deze kosten te vergoeden, wat leidde tot een beroep van de appellant tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de stichting.
De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant niet-ontvankelijk, omdat de stichting al had beslist op het verzoek van de appellant. De appellant ging in hoger beroep, waarbij hij trachtte te bewerkstelligen dat de stichting de advocaatkosten zou vergoeden. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de e-mails van de stichting als besluiten moeten worden aangemerkt en dat de stichting tijdig had beslist. De Raad concludeerde dat er geen verplichting bestond voor de stichting om de advocaatkosten te vergoeden, aangezien de vso duidelijke afspraken bevatte over de vergoeding van kosten en finale kwijting verleende voor alle aanspraken. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de appellant ongegrond.