Uitspraak
20.1178 AW, 20/2186 AW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- veroordeelt de minister in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 1.068,-;
- bepaalt dat van de korpschef een griffierecht van € 519,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft een geschil tussen een ambtenaar, aangeduid als betrokkene, en de Minister van Justitie en Veiligheid over de toekenning van een salarisschaal. Betrokkene was sinds 1 mei 1994 werkzaam bij een overheidsdienst en was per 1 september 2010 overgeplaatst naar een andere functie met een hogere salarisschaal, schaal 7. De minister heeft later, in een besluit van 10 december 2018, het salaris van betrokkene gewijzigd naar schaal 6, omdat hij van mening was dat de eerdere toekenning van schaal 7 onterecht was. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de rechtbank heeft het bezwaar gegrond verklaard, wat de minister in hoger beroep aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep overweegt dat een bestuursorgaan in beginsel de bevoegdheid heeft om gemaakte fouten te herstellen, mits dit niet in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. De Raad stelt vast dat de minister bij de toekenning van schaal 7 geen voorwaarden heeft gesteld en deze niet heeft ingetrokken bij de overplaatsing van betrokkene. De Raad concludeert dat er afspraken zijn gemaakt over het behoud van schaal 7 en dat de minister niet bevoegd is om hierop terug te komen. Het hoger beroep van de minister slaagt niet, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Tevens wordt de minister veroordeeld in de proceskosten van betrokkene.