ECLI:NL:CRVB:2021:1698
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening ouderdomspensioen AOW na onderzoek duurzaam gescheiden leven
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van het ouderdomspensioen van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant, die getrouwd is met een echtgenote die in Finland woont, ontving sinds 1 juli 2007 een ouderdomspensioen voor ongehuwde pensioengerechtigden. De Svb heeft na een onderzoek naar de leefsituatie van appellant geconcludeerd dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, wat leidde tot de wijziging van het pensioen naar dat van een gehuwde pensioengerechtigde.
De rechtbank Noord-Nederland had eerder geoordeeld dat appellant en zijn echtgenote zich naar buiten toe als een echtpaar presenteerden en regelmatig contact hadden, wat niet in lijn was met de definitie van duurzaam gescheiden leven. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat er wel degelijk sprake was van duurzaam gescheiden leven, onder andere omdat er geen financiële verstrengeling was en zij niet in elkaars testament waren genoemd. Hij verwees ook naar beleidsregel SB1002 van de Svb, waarin staat dat de Svb alleen kan terugkomen op een eerdere beslissing bij nieuwe feiten of veranderde omstandigheden.
De Raad voor de Rechtspraak heeft het oordeel van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de Svb terecht geen duurzaam gescheiden leven heeft aangenomen. De Raad stelde vast dat de Svb niet verplicht was om eerdere foute beoordelingen voort te zetten en dat de beleidsregel SB1002 niet relevant was voor deze zaak. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.