ECLI:NL:CRVB:2021:1695
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw)
Op 9 juli 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van een appellant die een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw) had aangevraagd na het overlijden van zijn partner. De aanvraag was eerder door de Sociale verzekeringsbank (Svb) afgewezen, omdat de appellant op het moment van overlijden niet met de overledene samenwoonde of gehuwd was. De rechtbank Amsterdam had de afwijzing van de Svb bevestigd, waarop de appellant in hoger beroep ging. Tijdens de procedure werd duidelijk dat de appellant geen ongehuwd kind had dat jonger was dan 18 jaar en niet arbeidsongeschikt was, wat hem uitsloot van de voorwaarden voor de nabestaandenuitkering. In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij recht had op een nabestaandenpensioen op basis van een verdrag tussen Nederland en Kroatië, maar de Raad oordeelde dat hij niet voldeed aan de voorwaarden van de Anw. De Raad concludeerde dat de Svb de aanvraag terecht had afgewezen en bevestigde de uitspraak van de rechtbank.