ECLI:NL:CRVB:2021:169
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van ouderdomspensioen na echtscheiding en schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van het ouderdomspensioen van appellant, die sinds 2010 een onvolledig ouderdomspensioen ontvangt. Appellant heeft in 2012 in Marokko een huwelijk gesloten, maar heeft in 2017 verzocht om zijn persoonsgegevens in de Basisregistratie Personen (BRP) aan te passen na zijn echtscheiding. De Sociale verzekeringsbank (Svb) heeft de bedragen aangepast naar de norm voor gehuwden, maar na de inschrijving van de echtscheiding in de BRP heeft de Svb het ouderdomspensioen en de AIO-aanvulling herzien naar de norm voor ongehuwden, met terugwerkende kracht. Appellant betwist de rechtsgeldigheid van de echtscheiding en stelt dat deze niet op behoorlijke wijze heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, en appellant is in hoger beroep gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat de Svb terecht is afgegaan op de registratie van de datum van huwelijksontbinding in de BRP. De Raad heeft vastgesteld dat de echtscheiding rechtsgeldig was en dat appellant vanaf de datum van echtscheiding als alleenstaande diende te worden aangemerkt. De Raad heeft de stelling van appellant dat de echtscheiding niet in Nederland erkend kan worden, verworpen. De Svb heeft op goede gronden de herziening van het ouderdomspensioen en de AIO-aanvulling doorgevoerd, en er zijn geen dringende redenen gebleken om van de herziening af te wijken. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.