ECLI:NL:CRVB:2021:167
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om dwangsom in het kader van informatieverzoek kinderbijslag
Op 28 januari 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb). De zaak betreft een verzoek van appellant om een dwangsom vast te stellen, dat door de Svb was afgewezen. Appellant had in brieven van 23 februari en 4 april 2018 verzocht om informatie over de hoogte van de kinderbijslag die aan zijn ex-echtgenote was verstrekt voor hun kinderen, en vroeg om een dwangsom voor het geval de Svb niet zou reageren. De Svb weigerde echter de gevraagde informatie te verstrekken, omdat dit inbreuk zou maken op het recht op privacy van de ontvanger van de kinderbijslag.
De Svb verklaarde het bezwaar van appellant tegen deze beslissing niet-ontvankelijk, omdat de brief van 9 mei 2018 geen besluit was. De rechtbank Den Haag bevestigde deze beslissing in een eerdere uitspraak. In hoger beroep herhaalde appellant zijn argumenten, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het verzoek van appellant niet kan worden aangemerkt als een aanvraag om een besluit te nemen, omdat het enkel om informatie vroeg en niet op rechtsgevolg was gericht. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de voorwaarden waaronder een dwangsom kan worden vastgesteld. De Raad concludeerde dat de Svb terecht geen dwangsom heeft vastgesteld, omdat er geen beslistermijn was overschreden en het verzoek niet op rechtsgevolg was gericht.