ECLI:NL:CRVB:2021:1666
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens verzuim in het indienen van de aangevallen uitspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, geregistreerd onder nummer 20/4475. Appellant had herhaaldelijk de gelegenheid gekregen om de aangevallen uitspraak in te zenden, maar heeft deze termijnen ongebruikt laten verstrijken. De Raad heeft appellant in totaal vier keer de kans gegeven om het verzuim te herstellen, maar zonder resultaat. De laatste gelegenheid werd geboden bij aangetekende brief van 25 maart 2021, waarbij appellant werd gewezen op de gevolgen van het niet indienen van de aangevallen uitspraak. Aangezien appellant niet heeft voldaan aan de vereisten van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht, kon de Raad niet vaststellen om welke aangevallen uitspraak het ging. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan de mogelijkheid open om binnen zes weken schriftelijk verzet te doen bij de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 juni 2021.