ECLI:NL:CRVB:2021:1664
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 juli 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De zaak betreft de verschuldigdheid van het griffierecht, dat door appellante niet tijdig is betaald. De gemachtigde van appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichting om het griffierecht te voldoen, met duidelijke termijnen en consequenties voor het niet betalen. Ondanks deze waarschuwingen heeft appellante geen tijdige betaling verricht, en haar beroep op betalingsonmacht is afgewezen omdat zij niet de gevraagde informatie heeft ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat er geen reden is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek. De uitspraak is gedaan door E.C.R. Schut, met K.R. van Renswoude als griffier. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling, en belanghebbenden kunnen binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze uitspraak.