Uitspraak
20.1876 AW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
vertrouwensbeginsel ten aanzien van de periode vanaf 28 mei 2018;
wat in deze uitspraak is overwogen;
de Raad;
vergoedt.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juni 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, een politieambtenaar, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de korpschef van politie, die een verzoek om herziening van een plaatsingsbesluit had afgewezen. De appellant betoogde dat de korpschef een toezegging had gedaan dat hij per datum functiewijziging recht had op de eerste Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden (OVW)-periodiek, maar dat deze toezegging niet was nagekomen. De Raad oordeelde dat de toezegging inderdaad was gedaan en dat de korpschef deze had moeten nakomen, vooral omdat de belangen van de appellant bij naleving van de toezegging zwaarder wegen dan de organisatiebelangen van de korpschef. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de appellant gegrond, waarbij de korpschef werd opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die in totaal € 3.204,- bedroegen.