ECLI:NL:CRVB:2021:1284
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beëindiging WGA-uitkering en recht op WIA-uitkering na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland. Appellante, die sinds 2011 ziek is door lichamelijke en psychische klachten, had een WGA-uitkering ontvangen. Het Uwv beëindigde deze uitkering per 6 juni 2017, omdat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt dat zij meer beperkingen had dan het Uwv had vastgesteld. De Raad oordeelde dat het Uwv voldoende medische en arbeidskundige grondslagen had voor de beëindiging van de uitkering. De verzekeringsarts had rekening gehouden met de psychische en lichamelijke klachten van appellante en de FML was adequaat opgesteld. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank, omdat er geen nieuwe medische gegevens waren die de situatie van appellante in twijfel trokken. De verzoeken van appellante om een onafhankelijke deskundige te benoemen werden afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv.