Uitspraak
19 4790 NIOAW
PROCESVERLOOP
mr. Beelaard verschenen. Het college heeft zich via videobellen laten vertegenwoordigen door
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om een uitkering op grond van de IOAW door het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp. De appellant had op 12 december 2017 een aanvraag ingediend, maar deze werd afgewezen omdat hij substantiële economische activiteiten had verricht via Marktplaats, zonder een deugdelijke administratie te overleggen. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad oordeelde dat de appellant niet aan zijn inlichtingenverplichting had voldaan, zoals vastgelegd in artikel 13 van de IOAW. De appellant had geen controleerbaar overzicht van zijn inkomsten uit de verkoop van goederen op Marktplaats kunnen overleggen, ondanks dat hij 949 advertenties had geplaatst met een totale vraagprijs van € 46.850,-. De Raad benadrukte dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aan te tonen die inwilliging van de aanvraag noodzakelijk maken.
De Raad concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag om een IOAW-uitkering terecht was, omdat de appellant niet had aangetoond dat hij voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van de uitkering. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.