Uitspraak
19.5279 AW
15 november 2019, 18/7510 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellante, werkzaam bij de Belastingdienst, had bezwaar gemaakt tegen de inschaling van haar functie in salarisschaal 10, terwijl zij meende dat zij recht had op inschaling in salarisschaal 11, vergelijkbaar met enkele collega's. De staatssecretaris van Financiën had in eerdere besluiten de inschaling van appellante gehandhaafd, wat leidde tot de rechtszaak. De rechtbank had in een eerdere uitspraak geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende had gemotiveerd waarom de inschaling van appellante niet gelijkwaardig was aan die van haar collega's. In hoger beroep voerde appellante aan dat de staatssecretaris wisselende standpunten had ingenomen en dat de motivering niet geloofwaardig was. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde echter dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat er geen sprake was van schending van het gelijkheidsbeginsel. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de werkomstandigheden van appellante niet vergelijkbaar waren met die van haar collega's, waardoor het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagde. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier M.E. van Donk.