ECLI:NL:CRVB:2021:1058
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Centrale Raad van Beroep inzake hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Limburg
Op 29 april 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/4053 WAO. De zaak betreft een hoger beroep dat door appellante is ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg van 22 oktober 2020, met nummer 20/1213. De rechtbank had eerder beslist op het beroep van appellante tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De aangevallen uitspraak is een uitspraak als bedoeld in artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Appellante heeft verzet ingediend tegen de uitspraak van de rechtbank. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat, volgens artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder a, van de Awb, tegen een uitspraak van de rechtbank na toepassing van artikel 8:54, eerste lid, geen hoger beroep kan worden ingesteld. De Raad heeft geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die een doorbreking van het wettelijk appelverbod zouden rechtvaardigen.
Hierdoor is de Raad kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het door appellante ingestelde hoger beroep. De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.