ECLI:NL:CRVB:2021:1054
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid Centrale Raad van Beroep inzake hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Limburg
Op 29 april 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 20/4048 WAO. Deze uitspraak betreft een hoger beroep dat door appellante is ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg van 22 oktober 2020, met nummer 20/2312. De rechtbank had in deze eerdere uitspraak beslist op het beroep van appellante tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv).
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak vastgesteld dat, volgens artikel 8:104, tweede lid, aanhef en onder a, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), er geen hoger beroep kan worden ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank na toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb. De Raad heeft verder geen feiten of omstandigheden kunnen vaststellen die een doorbreking van het wettelijk appelverbod zouden rechtvaardigen. Hierdoor is de Raad kennelijk onbevoegd om kennis te nemen van het door appellante ingestelde hoger beroep.
De uitspraak is gedaan door J.T.H. Zimmerman, in tegenwoordigheid van T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op dezelfde datum. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken na verzending van het afschrift schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep.